Dat MRI een veelbelovende techniek is bij de diagnostiek van prostaatkanker, daar is iedereen het wel over eens. Wat nog niet onomstreden vaststaat, is wannéér en bij wie we het moeten inzetten. Uroloog Rik Somford (CWZ, Nijmegen) schreef er zijn proefschrift over. ‘De positie van MRI voor het stellen van de diagnose prostaatkanker of het uitsluiten daarvan is op dit moment nog niet voldoende duidelijk, gewoon omdat er nog niet genoeg bewijs is’.
De mogelijkheden van MRI zag Rik Somford (36) voor het eerst jaren geleden op Stanford University, Californië nog voordat hij uroloog was. Somford: ,,Ik deed er met behulp van MRI, onderzoek naar het brein en was gefascineerd door de mogelijkheden van deze techniek. MRI kwam in die tijd langzamerhand ook beschikbaar voor de prostaat, maar stond nog in de kinderschoenen. Later tijdens mijn opleiding tot uroloog in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen zag ik de MRI van de prostaat een enorme vlucht nemen. Het ziekenhuis behoort tot de top van de wereld op het gebied van MRI. Ik dacht: dat is interessant; daar zit toekomst in. Ik besloot er mijn promotieonderzoek aan te wijden.’’
Betere diagnostiek
Nu na jaren van studie en onderzoek ligt het proefschrift er. Het gaat over de uitdagingen in zowel de diagnostiek als de gradering en stadiëring van gelokaliseerde prostaatkanker (dat wil zeggen: zonder uitzaaiingen). Het gaat in op de vraag hoe je betere diagnostiek kan bedrijven bij patiënten met prostaatkanker. Somford: ,,MRI speelt hierbij een belangrijke rol. Je kunt hele mooie plaatjes maken met MRI, maar je wil ook dat de informatie van deze scans je verder brengt. Bijvoorbeeld dat het vinden van de prostaatkanker makkelijker is of dat je beter kan zien waar de kanker zich bevindt en of deze al dan niet door het prostaatkapsel heen groeit. Het moet aantoonbare meerwaarde hebben in de dagelijkse praktijk.”
Voordelen MRI
De belangrijke positie van MRI is aangetoond na de diagnose prostaatkanker, maar nog niet voldoende bij de verdenking op prostaatkanker, gewoon omdat er nog niet voldoende onderzoek naar gedaan is. Dat zal in de nabije toekomst, misschien over 1 of 2 jaar al, wel zo zijn. Wat dat aangaat geloof ik in de toekomst van MRI van de prostaat. Ik voorzie dat het binnen een paar jaar zo zal zijn dat een man met een verhoogde PSA-waarde direct een MRI-scan ondergaat. Is er op de MRI niets te zien, dan hoef je ook niet te biopteren.
MRI laat in ieder geval de meest agressieve (significante) tumoren zien. Je ziet precies waar die zich bevinden en kunt zelfs de mate van agressiviteit bepalen. Waarschijnlijk is het niet erg dat de minder agressieve tumoren (tot Gleasonscore 6) niet worden gezien op een MRI-scan omdat ze vaak niet tot problemen gaan leiden en al helemaal niet levensbedreigend zijn.
Toch zou je met name bij jongere mannen willen weten of je de minder agressieve (niet significante) kanker actief moet blijven volgen (active surveillance). Deze zouden op de lange termijn misschien wel problemen kunnen geven. De echte grote voorstanders van MRI, waar ik mijzelf ook toe reken, denken dat je de minder agressieve tumoren misschien niet eens wil vinden, omdat je daar niets aan hoeft te doen. Dit is zeer aannemelijk, maar daar is nu nog onvoldoende bewijs voor. Het is belangrijk dat er bewezen gaat worden dat tumoren die je niet ziet op de MRI, ook daadwerkelijk geen problemen zullen geven. Tot die tijd ontkomen we nog niet aan schematische biopten.’’
Eén van de stellingen van Somford in zijn proefschrift luidt dan ook:
Vooralsnog blijft een eerste sessie schematische TRUS-geleide biopten van de perifere zone de standaard voor diagnostiek van het prostaatcarcinoom, al dan niet aangevuld met MRI diagnostiek.
Somford: ,,Dit betekent dat het stellen van een diagnose van prostaatkanker nu nog gaat zoals we altijd al deden; als er sprake is van een verhoogd PSA volgt er een rectaal onderzoek. Met echografisch-geleide biopten worden er stukjes weefsel weggehaald uit de prostaat (TRUS-geleide biopsie). Deze biopten zijn echter min of meer willekeurig en tumoren kunnen worden gemist of het meest agressieve deel van de kanker wordt niet gevonden, wat leidt tot het later ontdekken van de tumor of tot onderschatting van de agressie ervan. Dit resulteert dan in onderbehandeling of inefficiënte behandeling. Bovendien is het nemen van biopten voor mannen onaangenaam. Ze krijgen via de anus 10 a 12 naalden geprikt in de prostaat.
MRI-geleide biopten
Met MRI en MRI-geleide biopten, kun je veel gerichter prikken en er zijn vaak maar 3 biopten per afwijking nodig. Toch blijven we bij het stellen van een diagnose voorlopig biopten nemen zoals in de rest van Nederland ook gebeurt. Zijn deze afwijkend en wordt er kanker gevonden dan heb je een diagnose. Vind je bij de biopten geen prostaatkanker, dan maken wij aansluitend een MRI. Praktijk is nu dat MRI een aanvulling is op wat je al hebt gedaan. Op dit moment is het zo dat het niet duidelijk is welke tumoren de MRI mist, als je dat zou weten, zou je MRI standaard kunnen inzetten vooarafgaand aan het stellen van een diagnose. Maar alleen als je zeker weet dat wat de MRI niet laat zien, ook nooit problemen zal geven.’’
Somford laat in zijn proefschrift verder zien dat gerichte MRI-geleide biopten van de tumor in het vervolgtraject van grote waarde kunnen zijn. Na de diagnose prostaatkanker zijn er veel behandelmogelijkheden, variërend van active surveillance tot operatief verwijderen van de prostaat. Er is een duidelijke behoefte aan methoden om te onderbouwen wat voor ieder individu de beste keuze is. Ook hebben geavanceerde MRI-technieken de potentie om bij te dragen aan een optimaal resultaat wanneer er gekozen wordt voor behandeling (zoals bijvoorbeeld radicale prostatectomie). Het biedt grote voordelen voor het vaststellen van de agressiviteit en of er kapseldoorbraak is of niet. In een groot aantal gevallen voorspelt de MRI bijvoorbeeld heel goed of er bijvoorbeeld zenuwsparend kan worden geopereerd. Dit biedt grote voordelen voor de patiënt omdat je hierbij de kans op impotentie kan verminderen doordat de zenuwen langs de prostaat intact blijven.
Behandeladvies
Goed behandeladvies is de basis van een goede behandeling. Dit moet volgens Somford in een multidisciplinair overleg plaatsvinden waar idealiter een radioloog, patholoog, uroloog, radiotherapeut en medisch oncoloog deel van uit maken.
Somford: ,,In Nederland bereiken we langzaam het niveau dat radiologen heel goed scans kunnen ‘lezen’ om te kijken waar de tumor zich bevindt en of er kapseldoorbraak is nadat er al prostaatkanker is vastgesteld. Maar slechts enkele radiologen zijn getraind in het vinden van prostaatkanker als deze nog niet is aangetoond met biopten. De kans is dan ook reëel dat zij soms een tumor missen. Ik vergelijk het maar met het opereren met een Da Vinci robot om de prostaat te verwijderen. Dat klinkt heel high-tech, maar het valt of staat met de kundigheid van degene die het apparaat bedient. Het trainen van radiologen en urologen in het omgaan met dergelijke nieuwe technieken is heel belangrijk. De komende jaren zal MRI onvermijdelijk een onmisbaar onderdeel worden van de prostaatkankerdiagnostiek en -stadiering en daarmee een belangrijke ondersteuning van te nemen behandelbesluiten. MRI zal over niet al te lange tijd direct al worden ingezet bij het stellen van een diagnose, waarbij de ervaring van radiologen bij het beoordelen van deze MRI’s van groot belang gaat zijn.’’
Auteur: Monica Verhoek
Het bericht ‘Ik geloof in de toekomst van prostaat-MRI’ verscheen eerst op De Prostaatkliniek.